Op 29 maart organiseerde stichting 4 en 5 mei Heerlen een boeiende lezing van auteur Kris van Steenberge. Zijn debuut roman ‘Woesten’ waar hij in Belgie de Debuutprijs voor ontving, speelt tijdens de Grote Oorlog. Gebaseerd op vertellingen van zijn grootvader die meevocht in de loopgraven.
Kris van Steenberge (1963) is (toneel)schrijver, regisseur en docent. Hij woont in Lier. Hij schreef in 2013 Woesten. Een boeiende roman die zich afspeelt in het kleine dorpje Woesten in de Westhoek van Vlaanderen, in dat deel van het land waar ook Veurne en Ieper, Diksmuide en Poperinge liggen en waar wat de Vlamingen ‘de Grote Oorlog’ noemen, zo vreselijk heeft huisgehouden.
De verhalen van de ooit bij Kris zijn familie inwonende grootvader vormen de kiem voor deze wonderlijk mooie en tegelijk hevig ontroerende debuutroman.
Het verhaal start in de oude wereld van voor 1914. Waarin de maatschappelijke verhoudingen nog duidelijk en hiërarchisch zijn. Het voert ons door die vreselijke oorlogstijd en eindig in de totaal veranderde, onderstebovengegooide wereld van na 1918. We maken kennis met het eenvoudige gezin van de ambitieuze, jonge Elizabeth, haar moeder die kantwerk doet voor de rijkere mensen op het dorp en haar de smid. Elizabeth droomt van een mooier leven, weg van dat oude voorspelbare verleden. En ze kan trouwen met Guillaume Duponselle, de later dorpsarts, de man van aanzien. Maar ze belandt hierdoor in een namaakwereld, in plaats van in het paradijs van haar dromen. Het wordt ook haar ondergang, zij zal de oorlog niet meer als zodanig meemaken.
De oorlog is die van het dorp, van Elizabeths man en van haar kinderen, Valentijn en Nameloos. De oorlog is die van de vernietiging, de ondergang, de dood.
Kris van Steenberge heeft een roman geschreven die kan concurreren met de Britse 19e eeuwse psychologische familieromans, maar ook een schitterend, schrijnen oorlogsboek dat ons confronteert met het brute geweld aan het front en de naïeve, vrome onschuld van veel van die soldaten. Een sociaal-realistisch boek. En het streekverhaal van een streek die in die oorlogsjaren blijvend geschonden werd.
Het boek dat ons nog eens terug laat kijken naar al die duizenden soldaten die toen omkwamen in een oorlog die zij even zouden uitvechten om daarna de vrede weer snel te herstellen… “altijd iemands vader, altijd iemands kind,” zingt Willem Vermandere in een wondermooi lied. Zoals Peter Kollwitz, zoon van de kunstenares Käthe die in de loopgraven van Diksmuide omkwam in de nacht van 22 op 23 oktober 1914.
Van Steenberge komt over zijn boek vertellen en vragen beantwoorden. Dick Gebuys leidt hem bij het publiek in en zal ook stilstaan bij het beeldenpaar van de ‘Treurende Ouders’ dat door Käthe ontworpen zijn plaats kreeg bij Peters graf op het kerkhof van Vladslo.
Geef een antwoord